- voordeel
- {{voordeel}}{{/term}}1 [winst, baat] advantage ⇒ benefit2 [gunstige eigenschap/omstandigheid] advantage ⇒ plus-point3 [tennis] advantage♦voorbeelden:1 zijn voordeel met iets doen, voordeel trekken uit iets • take advantage of somethingvoordeel hebben bij • profit/benefit fromhet heeft het voordeel van dichtbij te zijn • it has the advantage of being close〈figuurlijk〉 hij is in zijn voordeel veranderd • he's changed for the better〈sport〉 3-0 in het voordeel van Nederland • 3-0 for Holland/for the Dutch side/teamde situatie was in zijn voordeel • the situation was to his advantageten voordele van • for the benefit of, in favour ofiemand het voordeel van de twijfel gunnen • give someone the benefit of the doubt2 de voor- en nadelen • the advantages and disadvantageseen voordeel behalen • gain an advantageer zijn alleen maar voordelen aan verbonden • it can only be to your advantage3 Wilander staat op voordeel • advantage Wilander
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.